Do’s 

  • Maak het eetgedrag niet té belangrijk; ga er niet op hameren richting je kind of er continu iets van zeggen. Beter om duidelijke afspraken te maken met je kind; bijvoorbeeld dat er één keer per week een ‘ongezonde’ maaltijd op het menu staat, zoals pizza, patat of pannenkoeken. En dat het één keer per week mag snacken met bijvoorbeeld chips of chocolade. Laat je kind per week kiezen wanneer het dat wil doen. Vul de overige tussendoor-momentjes in met groente of fruit!
  • Stimuleer je kind om naar zijn/haar eigen lichaam te luisteren en zo beter te leren voelen wanneer het lijf genoeg heeft gehad. Maak je kind bewust van het verschil tussen ‘hoofd-honger’ en ‘buik-honger’.
  • Help je kind door samen met hem/haar vooruit te kijken. Bekijk wat die week eventuele ‘lastige’ momenten zijn. Bijvoorbeeld een verjaardagsfeestje. Bespreek samen hoe het kind om zal gaan met alle lekkers dat dan aangeboden wordt.
  • Het vele zitten/weinig bewegen is natuurlijk ook een belangrijke factor in het ontstaan van overgewicht. Help je kind om in de dagelijkse gewoonten meer te bewegen, door bijvoorbeeld vaker de fiets te pakken, er een gewoonte van te maken ’s avonds nog een rondje te gaan wandelen samen of bij het winkelen de trap te nemen in plaats van de lift of roltrap.

Don’ts

  • Je kind alle lekkere dingen ontzeggen.
  • Boos worden als je kind toch een keertje teveel heeft gegeten of heeft gesnoept.
  • Verschil maken met broers of zussen. Ik zeg altijd; ze mogen allebei hetzelfde brood en beleg. Maar het mag nooit een taartje worden. Dat is voor beide kinderen een goede regel. Want een gezond eetpatroon is ook goed voor een ‘slank’ kind.

 

Bovenstaande tips helpen je wellicht al een beetje op weg, tijdens de consulten is er ook aandacht voor het positief stimuleren naar een gezonder leefpatroon.

(Met dank aan lekker PÛH!!! collega Gian Philipsen)